PRAKTIJK

PRAKTIJK VOOR GEBEDSGENEZING

Welkom bij de Praktijk voor gebedsgenezing. God is groter dan het grootste probleem. Voor Hem is alles mogelijk. God geneest, bevrijdt en herstelt ook vandaag !

PRAKTIJK

15. De sleutel tot genezing ligt vlak onder je neus

 De sleutel tot genezing ligt vlak onder je neus

 
In het Bijbelgedeelte, wat hieronder is weergegeven, is Ehud één van de rechters van het volk Israël, wat onderdrukt wordt door een naburig volk. Zij moesten belasting betalen aan dit buurland. Ehud ging elk jaar de belasting afdragen. Hij was bekend bij de overheerser. Bij één van die keren sprak Ehud de woorden: “Koning, ik heb een boodschap voor u”. En met die woorden stak Ehud het zwaard in de buik van de vijandige koning. Met die boodschap bedoelde Ehud zijn zwaard. Dat had de koning niet verwacht. Het volk leefde 80 jaar in vrede nadat de vijandelijke koning was uitgeschakeld door het zwaard. Er schuilt een diepe geestelijk principe in dit verhaal.
 
Stel je voor dat je ziekte die vijandige overheerser is. Je wilt er vanaf! Je wilt niet meer onderdrukt worden door die overheersende pijn, je wilt hem verslaan, je wilt genezen!
Als je de goddelijke woorden uitspreekt tegen een ziek lichaamsdeel, dan handel je als Ehud. Met het spreken tegen het zieke lichaam, steek je als het ware het geestelijke zwaard er tot het lemmet in. Je haalt het er ook niet meer uit.
Je plant het woord van God diep in die zieke plek en daar blijft het zitten, net zo lang totdat het zijn werk heeft gedaan.
 
Meer goddelijke woorden over dit onderwerp staan in:
1.Hebreeën 4:12 (goddelijke woorden zijn als een zwaard)
2.Openbaring 1:16 (uit de mond van Jezus komt een zwaard)
3.Psalm 149:6 (als je de goddelijke woorden gaat zingen, dan gebruik je je mond als een zwaard)
4.Jozua 6:20 (de muren van Jericho stortten in bij het gelu id van de stemmen, door het gejuich dat uit hun mond kwam)
5.Spreuken 15:30 (Vriendelijk stralende ogen verheugen het hart; een goede tijding verkwikt het gebeente).
Je botten kun je dus beïnvloeden door je woorden.
Zeg tegen je zieke botten: ik heb goed nieuws voor jullie! Jezus Christus heeft je genezen!
 
Spreek het hardop uit; zeg tegen je zieke lichaamsdeel: ik heb goed nieuws voor je, Jezus Christus geneest je, Hij verlost je.
Jouw woorden zijn als een zwaard. Je kunt er de ziekte mee aanspreken in de Naam van Jezus, en daarmee de ziekte aanpakken. Zo is de sleutel tot genezing in je mond gelegd.

Rechters 3 vers 12 tot 30: 
12 Weer deden de Israëlieten wat slecht is in de ogen van de HEER. Daarom zette de HEER koning Eglon van Moab aan om de wapens tegen Israël op te nemen. 13 Eglon wist ook de Ammonieten en de Amalekieten op zijn hand te krijgen. In een gezamenlijke aanval versloegen ze Israël en maakten zich meester van de Palmstad. 14 Achttien jaar moesten de Israëlieten koning Eglon van Moab dienen.15 Toen riepen ze de HEER te hulp, en de HEER zond iemand om hen te bevrijden: Ehud, de zoon van Gera uit de stam Benjamin, een linkshandige. Deze Ehud ging namens de Israëlieten schatting afdragen aan koning Eglon. 16 Maar eerst liet hij zich een kort tweesnijdend zwaard maken dat hij onder zijn kleding verborg, op zijn rechterheup. 17 Nadat hij de schatting aan de vadsig dikke koning Eglon had aangeboden, 18 deed hij zijn dragers uitgeleide, 19 maar zelf maakte hij bij de stenen beelden bij Gilgal rechtsomkeert. Hij liet zich bij de koning aandienen met de mededeling dat hij een geheime boodschap voor hem had. Op een wenk van de koning verlieten alle aanwezigen de zaal. 20 Ehud ging naar de koning, die zich had teruggetrokken in de koelte van zijn bovenvertrek, en zei: ‘Ik heb voor u een boodschap van God.’ Toen de koning opstond van zijn troon, 21 trok Ehud met zijn linkerhand het zwaard van zijn rechterheup en stak het in Eglons buik. 22 De kling verdween tussen de vetkwabben, die zich daarna ook om het gevest sloten, want Ehud trok het zwaard niet terug maar liep snel de kamer uit, 23 de galerij op, nadat hij de deuren van het vertrek van binnenuit vergrendeld had. 24 Hij was nog niet weg, of de dienaren van de koning kwamen de zaal weer binnen. Ze merkten dat de deuren van het bovenvertrek waren vergrendeld en zeiden tegen elkaar: ‘Hij heeft zich zeker weer afgezonderd om zijn behoefte te doen.’ 25 Ze wachtten een hele tijd, maar de deuren van het vertrek werden niet geopend. Ten slotte haalden ze een sleutel en openden de deur van buitenaf – en daar lag hun heer, dood op de grond.
26 Ehud had van hun getalm gebruikgemaakt om te ontsnappen. Hij passeerde de stenen beelden en ontkwam naar Seïra. 27 Bij zijn aankomst in het bergland van Efraïm blies hij op de ramshoorn. Onder zijn aanvoering kwamen de Israëlieten uit de bergen. 28 Hij zei tegen hen: ‘Volg mij, want de HEER heeft uw vijanden, de Moabieten, aan u uitgeleverd.’ Ze volgden hem en bezetten de oversteekplaatsen in de Jordaan, zodat er geen Moabiet meer langs kon. 29 De Israëlieten versloegen ongeveer tienduizend Moabieten. Hoewel het stuk voor stuk stevige, strijdbare mannen waren, ontkwam er niet een. 30 Moab moest die dag buigen voor Israël, en het land had tachtig jaar rust.