PRAKTIJK VOOR GEBEDSGENEZING |
Toen Jezus als God-Mens op aarde was gaf hij persoonlijk de kracht van de Geest aan zijn leerlingen, zodat zij zieken konden genezen en boze geesten konden uitdrijven (Matth. 10:1).
Voordat Jezus naar de hemel ging gaf hij zijn leerlingen weer dezelfde opdracht (Matth. 28:17 e.v.). Jezus zou hen vanuit de hemel zijn Goddelijke kracht geven d.m.v. de doop in de Heilige Geest.
In Marc. 16:16 e.v. zegt Jezus dat de "gelovigen" in Zijn Naam op zieken de handen leggen en in Zijn Naam boze geesten zullen uitdrijven. Onder de gelovigen verstaat Jezus alleen diegenen die Hem hebben toegestaan om in hun leven te komen, die Hem vertrouwen en voor Hem leven.
Jezus gebood zijn geestelijk wedergeboren volgelingen te wachten en niets te ondernemen, totdat ze de Heilige Geest zouden ontvangen. Hij wist dat ze zonder die extra Goddelijke kracht geestelijk krachteloos zouden zijn (Hand. 1 vers 4+8).
In het boek Handelingen valt op dat mensen pas na het ontvangen van de geestesdoop in vreemde klanken (tongentaal) gingen spreken, zieken genazen en boze geesten uitdreven, tongentaal uit konden leggen, profeteerden, wonderen deden en zelfs doden opwekten.
Wat is nu precies de tongentaal? De tongentaal is een Goddelijke taal van allerelei onverstaanbare klanken. Het bouwt het eigen geloofsleven op (1 Cor. 14).
In Samaria (Hand. 8) ontstond een opwekking doordat er wonderen en tekenen gebeurden en mensen tot besef kwamen dat Jezus Dé Christus is, waarna ze zich lieten dopen onder water in de naam van Jezus. Petrus en Johannus kwamen daar kijken. Zij misten iets onder de gelovigen van Samaria. Het eerste wat zij vroegen was: “Zijn ze al gedoopt in de Heilige Geest?" Zij vonden dat zo belangrijk dat zij zelf de mensen onder handoplegging gingen dopen in de Heilige Geest. Iemand genaamd Simon stond daarbij. Nadat hij Jezus als Christus in zijn leven had aangenomen en zich had laten dopen was hij altijd in de buurt van Jezus' volgelingen. Voorheen was hij een bedreven new ager, die met al zijn bovennatuurlijke manifestaties iedereen versteld liet staan. Hij had een gevoeligheid ontwikkeld wat betreft het bovennatuurlijke. Hij merkte gelijk de geweldige kracht op die vrij kwam door de geestesdoop, Een kracht die je als gelovige eigenlijk niet kon missen. Dat wilde Simon ook hebben.
Petrus zei eens tegen een bedelende verlamde dat hij zelf geen geld bezat, maar wel Goddelijke kracht. Daarop beval hij de verlamde om te gaan staan in de Naam van Jezus.
In Hand. 10 ontvingen de niet Joden tijdens het beluisteren van Petrus' preek de geestesdoop. Petrus wist dat ze de doop hadden ontvangen omdat ze in "tongen" gingen spreken.
Samenvatting: